Een koe is van nature een kuddedier en gewend om in sociale groepen te leven. Jonge kalfjes kunnen snel na de geboorte al staan, omdat ze vroeger snel moesten kunnen vluchten. Tegenwoordig worden koeien en kalfjes gehuisvest in moderne ligboxenstallen.

De snuit van een gezonde koe is rozig, warm en nat. Ze heeft een glanzende vacht, die allerlei kleuren kan hebben. De koe ademt via haar neusgaten. Een koe heeft daarnaast grote oren om de vliegen weg te wapperen, maar ook om geluiden als teken van gevaar waar te nemen. Benader een koe dan ook altijd rustig van voren of opzij en niet van achteren. De staart van de koe wordt als vliegenmepper gebruikt. Een koe heeft geen tenen maar hoeven. Deze hoeven zorgen dat zij stevig op de poten staat.