Om een koe te melken is het nodig een bepaalde druk op de speen te hebben. De manier waarop een kalf drinkt is dan ook gebruikt om machinaal melken te ontwikkelen. De melkmachine of melkrobot wordt aangestuurd door een vacuümpomp die via een melkstel met rubberen zuignappen (de zogenaamde tepelvoeringen) druk op de speen brengt. Op deze manier stroomt de melk naar buiten en wordt via leidingen op hygiënisch wijze naar de melktank getransporteerd, waar het gekoeld wordt bewaard. Elke drie dagen komt de melkrijder de melk uit de tank halen en brengt deze naar de melkfabriek waar allerlei producten worden gemaakt, zoals kaas, boter en yoghurt.
